Dag van de leerzorg in het s.o. - Ronde 2 (13:00 - 14:20)

Keuze Lesgever
1. Over aandachtsproblemen bij jongeren met ADHD Mark Derudder

Wat het meeste opvalt aan kinderen en jongeren met ADHD is hun drukke gedrag. Daardoor wordt al eens vergeten dat de ‘A’ in ADHD (en ADD) staat voor aandacht en dat is vaak het grootste probleem! Deze aandachtsproblemen zorgen voor veel gemiste kennis, kansen en ergernissen.
Door verlies aan focus worden opdrachten niet gehoord. Saaie klussen worden zo lang mogelijk uitgesteld, huiswerk raakt verloren, concentreren op het studeren lukt niet.

Tijdens deze workshop gaan we dieper in op ‘aandachtsproblemen’ en de mogelijke gevolgen in het leven van alledag. Op basis van jullie concrete situaties en vragen bekijken we hoe we de aandachtsproblemen kunnen aanpakken en hoe je er mee kan omgaan in jullie dagelijkse praktijk.

We gaan uitgebreid in op jullie concrete situaties, vragen, succesverhalen en moeilijkheden. De workshop is interactief opgebouwd met theorie, concreet filmmateriaal en oefeningen.


2. Hoe een zorgbeleid voor cognitief begaafde leerlingen opstarten? (VOLZET) Sabine Sypré

Hoogbegaafdheid is een gave voor veel leerlingen, maar toch zijn er steeds weer leerlingen die problemen ondervinden door een minder adequate begeleiding in scholen. De zorg voor cognitief begaafde leerlingen wordt dan ook steeds meer gezien als een onderdeel van het totale zorgpakket.

De leraar die een hoogbegaafde leerling in de klas krijgt, zal waarschijnlijk wel proberen om deze leerling uit te dagen en voor aangepaste leerstof te zorgen. Om te zorgen dat zo’n aanpassing niet steeds lukraak en van de goede wil van de leerkracht afhankelijk blijft, is er een goede afstemming op schoolniveau nodig. Daarom is het best dat er duidelijkheid komt en eenstemmigheid wordt bereikt over wat goed handelen is ten opzichte van cognitief begaafde leerlingen.

Uit deze ontwikkeling vloeit dus de behoefte om een beleidsplan over begaafdheid op te stellen. In zo’n beleidsplan worden verschillende zaken beschreven, maar het bestaat voornamelijk uit een procedure of stappenplan voor het signaleren en begeleiden van begaafde leerlingen in uw school.

Wat is een zorgbeleid  voor cognitief begaafde leerlingen? Hoe begin je aan het opstellen van zo’n zorgbeleid? Hoe zorg je dat je het hele team hierin meekrijgt? Hoe voorkom je weerstand in een team? En hoe hou je rekening met de draagkracht van de school zodat het geen louter papieren versie wordt?


3. “Alive and kicking!” Het kwetsbare tienerbrein, een uitdaging voor executieve functies Inge Van Bogaert

“Ik herken mijn tiener/mijn leerling niet meer.”

Tijdens de puberteit verandert het lichaam van een jongere overduidelijk. Dat ondertussen ook binnen het brein bouwwerken worden uitgevoerd is niet altijd zo zichtbaar, maar stuurt wel het gedrag en de persoonlijkheid van de adolescent. In cruciale hersengebieden vinden indrukwekkende veranderingen plaats, op weg naar een volwassen brein. Dat proces verloopt echter met horten en stoten en een puber gedraagt zich daar ook naar: het ene moment wispelturig en roekeloos, het andere moment rationeel en verrassend verantwoordelijk.

Een uitdaging voor iedereen. Want ondertussen gaat een tiener wel naar school, waar de executieve functies van de prefrontale cortex - zoals emotieregulatie en planning, taakinitiatie en volgehouden aandacht - nogal op de proef worden gesteld.

Taken niet gemaakt of vergeten af te geven? Samenvattingen zinloos vinden? Op ‘stand by’ gaan tijdens de les? Het tienerbrein vecht dagelijks conflicten uit tussen het rationele gedeelte van het brein (de zgn. frontaalkwabben) en het emotionele brein (het limbisch systeem). Net zoals ouders in deze levensfase kunnen ook leerkrachten helpen door te handelen als een soort ‘externe prefrontale cortex’ en in gevarieerde werkvormen de executieve functies mee te trainen.


4. Veranderingsprocessen in een school: waarom, wat en hoe? (VOLZET) Christine Desmaele

Hoe organiseer je een school om ertoe te komen dat je samen ‘in team’ voor leerlingen zorgt?

Hoe met je schoolteam dit veranderingsproces op gang brengen en vorm geven met een gedragen visie als basis?

Hoe principes van innovatieve arbeidsorganisatie implementeren met aandacht voor welbevinden van de leerlingen en het schoolteam?

Hoe kan je omgaan met weerstanden? Hoe hou je het vuur ‘brandend’?

Een praktijkcasus met successen en hindernissen.


5. Differentiatie en evaluatie als communicerende vaten Koen Mattheeuws

Heel wat leerkrachten doen elke dag pogingen om hun leerstof gedifferentieerd aan te bieden. Naarmate leerkrachten hierin groeien voelen zij nadrukkelijker de noodzaak om hun evaluatie-aanpak mee te laten evolueren. Daar waar leerkrachten tijdens het les geven hun didactische bewegingsvrijheid benutten voelen ze zich eerder geremd tijdens het evalueren. Leerkrachten worstelen soms met de verhouding eerlijkheid – gelijkheid - billijkheid. Terzelfder tijd willen diezelfde leerkrachten elke leerling, ongeacht hun beginsituatie, uitdagen. Als het helemaal tegen zit voelen leerkrachten de juridische kramp waar de school aan lijdt. Op die manier verkrampt de leerkracht.

Dat is bijzonder jammer want gedifferentieerd evalueren betekent o.m. dat we de lat hoger kunnen leggen,  de lessen boeiender kunnen maken en meer kansen creëren om betrokkenheid te genereren. Aan de hand van een aantal duidelijke en werkbare principes en sprekende voorbeelden wil ik u wat meer (handelings)vertrouwen geven om ook op evaluatief vlak gedifferentieerd te werken.  

In deze lezing schetst Koen Mattheeuws de ambities van breed evalueren. Hij linkt die aan een aantal praktijkvoorbeelden die we bekijken vanuit de wwhww-bril. Deze vijf-vragen sequentie stelt ons in staat om elke evaluatie effectief én sluitend te maken.

Naast de klaspraktijk richt Koen Mattheeuws zijn blik op de schoolbrede aanpak. We kijken samen naar volgende vraag: Wat is er beleidsmatig nodig om te groeien naar een gedifferentieerd evaluatiebeleid over de vakken heen?


6. Van chaos naar Zen in de klas! Saïda El Farkouch
Naima Al Farisi

p zoek naar verbinding met en tussen je leerlingen?

Wat met de chaos die soms heerst in de klas?

Hoe werk je aan een aangename klassfeer?

De kerntaak van een leerkracht is lesgeven. Daarover bestaat de nodige eensgezindheid. Alleen blijkt die kerntaak, in de praktijk, niet altijd even eenvoudig te realiseren. Groepsdynamiek, spanning, conflict en stoorzenders zetten de klassfeer onder druk. Met de methodieken ‘Van chaos naar zen’ zet De Schoolbrug in op verbinding tussen leerkracht en leerlingen (secundair en 3de graad lager onderwijs) en tussen leerlingen onderling.

Je maakt kennis met de methodieken ‘Van Chaos naar zen’ en gaat concreet proeven hoe de methodieken werken, waarvoor ze dienen en in welke situaties in de klas. Na de workshop ga ja met veel ‘goesting’ terug voor je klas of groep staan.

De methodieken kunnen breed gebruikt worden om verbinding tussen mensen te bewerkstelligen, niet alleen leerlingen, maar ook leerkrachtenteams hebben er baat bij om via deze methodiek elkaar beter te leren kennen  en op dezelfde golflengte te zitten wat betreft de visie van de school.


7. Redelijke aanpassingen, waar ligt de grens? (VOLZET) Hilde De Smet

Redelijke aanpassingen zijn concrete maatregelen die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een personen met een handicap kunnen neutraliseren. De antidiscriminatiewetgeving heeft de plicht ingevoerd om deze redelijke aanpassingen aan te bieden. Dit geldt dus ook voor het onderwijs. Maar waar ligt de grens? Wat is redelijk of onredelijk? Hoe houden we de lat hoog? Hoe ondersteunen we leerkrachten om tot redelijke aanpassingen te komen?

In deze sessie staan we kort stil bij het wettelijk kader betreffende redelijke aanpassingen. We zoemen in op de criteria waaraan redelijke aanpassingen moeten voldoen. Aan de hand van cases bekijken we of de redelijke aanpassingen al dan niet proportioneel zijn en  maken we tijd voor overleg. We maken ook kennis met een tool om oplossingsgericht en handelingsgericht te kijken naar leerlingen  en om zo tot redelijke aanpassingen te komen. Hierbij verliezen we ook de ondersteuningsbehoeften van de leerkrachten niet uit het oog.


8. Evalueren: laat je ondersteunen! Impact van de redelijke aanpassingen op evalueren. Hans Schoofs
Evy Van Looy

Het verband tussen redelijke aanpassingen en correct evalueren (in het kader van de realisatie van het curriculum). Hoe ver kunnen we als school gaan binnen het wettelijk kader? We verkennen een aantal good practice-voorbeelden van de samenwerking tussen scholen en de begeleidingsdienst. 


Terug naar overzicht van workshops